Wat als je als mens denkt het niet meer aan te kunnen of eigenlijk het antwoord niet wilt weten. Je bang bent om nogmaals teleurgesteld te worden. Dat je geen zin meer hebt om de confrontatie voor de zoveelste keer aan te gaan. Het je niet meer lukt om te slikken en door te gaan. Nee, liever wil je vluchten. Géén confrontatie, géén teleurstelling en géén antwoord willen weten. Het liefst stak ik mijn kop in het zand of rende ik als een angstig haasje weg voor het géén wat ik niet wilde.
Zonder hoop en zonder vertrouwen kan ik het niet. Ik wil door maar toch ook niet. Eigenlijk ben ik het meer dan zat. Wat ik ook doe het helpt niet. Toch was het een soort van moeten maar dit keer deed ik het anders. Nog net niet uit de behandelstoel te zijn geklommen of ik sloeg al op de vlucht. Ik wilde niet meer voelen, niet meer vechten en vooral niet meer denken. Het hielp want ik was er helemaal niet meer mee bezig. Misschien was dit wel dé methode, er niet te veel mee bezig zijn. De teugels laten vieren en kijken waar het schip strand. Zonder er druk achter te zetten, zonder te rekenen en zonder het in de hand willen hebben. Mijn gevoel was duidelijk; ik zie het wel.
Daar zat ik dan op het toilet. Ik had er niet aangedacht. Niet meer bij stil gestaan dat ik niet voor altijd kon blijven vluchten. Het was te laat om te vluchten. Ik had het al gezien. Het is voorbij, zonder dat ik eraan had gedacht of had uitgerekend dat het vandaag de dag kon zijn. Verbijsterd stond ik in het kleine kamertje, mezelf af te vragen welke dag het eigenlijk was. Nog geen seconde geleden was ik nog op de vlucht, mijn kop diep in het zand gestoken en nu volledig terug in de realiteit. Alle signalen had ik gevoeld maar weg gestopt maar nu moest ik er toch echt iets aan doen.
'Het is voorbij, poging acht is ook mislukt,, was gister mijn mededeling. 'Moffel' leek geen seconde geschokt te zijn. Zijn hele houding was en bleef koel. Hoewel we op de vlucht waren geslagen wisten we allebei eigenlijk het antwoord al. Het deed ons even niets. Geen klap in mijn gezicht, geen huilbui of boosheid die ik voelde. Het was, wat het was. Het overspoelde ons en we lieten het gebeuren. Zonder te vechten, te klagen of ons te verweren.
Tot de pijn begon toe te nemen en ik zieker begon te worden. Mijn hormonen gierden door mijn lijf. Ik kon niet meer vluchten. De tranen rolden over mijn wang, de boosheid begon te borrelen en ik kon het wel uitschreeuwen. Hoewel ik het niet wil, niet ziek wil zijn maar vooral niet wil menstrueren kan ik het alleen maar aanvaarden. Het is zo en hoe hard ik ook op de vlucht wil slaan; wil schreeuwen, tegen de hele wereld wil aanschoppen en het niet meer wil en kan begrijpen zal het mij alleen maar uitputten. Het brengt mij niets dat ik zó graag wil.
We zien de harde realiteit weer onder ogen en voelen weer wat het met ons heeft gedaan en wat het met ons doet. Toch is het anders. We hadden geen hoop en geen vertrouwen. We wilden het antwoord niet weten, niet zien maar we voelden het diep van binnen al ver van te voren...
Ik ben klaar. Klaar met vluchten.
reacties (0)